Rondom de erediensten

‘Want Gij zijt mijn verwachting,

Here, Here, mijn vertrouwen van mijn jeugd aan’. (Psalm 71:5 NBG)

Psalm 71 is een lied van de ouderdom.

In bovengenoemd vers grijpt de dichter terug op zijn jeugd, of beter op de God van zijn jeugd. Hij heeft zijn hele leven op God vertrouwd en is daarin nooit beschaamd geworden. Twee woorden zijn typerend voor zijn relatie tot God: vertrouwen en verwachten. In zijn ouderdom valt hij terug op de God, die hem zijn hele leven nabij is geweest en deze God mag hij aanroepen in alle omstandigheden, vanuit de verwachting dat zijn gebeden gehoord worden.

Er zijn mensen, die niet kunnen spreken over vertrouwen en verwachting van hun jeugd af aan. Ze hebben de Here God pas later leren kennen, of zijn aarzelend hun weg gegaan.

Er is mogelijk bij hen geen verzekerd geloof, maar wellicht een hunkering of verlangen naar God. Het komt erop aan, deze God aan te roepen. Hem te vragen om Zijn krachtige ondersteuning. Hij is getrouw! Hij beschaamt niet wie op Hem hopen en tot Hem roepen. Dat is de boodschap van deze Psalm. Ook niet, en vooral niet, in de ouderdom. ‘U bent en blijft Dezelfde – tot in eeuwigheid – om Jezus’ wil.’

Gij hebt mij van mijn kindse dagen

geleid en onderricht;

Nog blijf ik naar mijn plicht

van Uwe wond’ren blij gewagen;

O God, wil mij bewaren

bij ’t klimmen mijner jaren.

Mijn lippen zullen juichend roemen,

in psalmen, U gewijd,

dat Gij mijn helper zijt;

Mijn tong zal U mijn redder noemen;

Uw gunst den Godgetrouwen,

den ganse dag ontvouwen.
Psalm 71: vers 12 en 17 (OB)

Gezegende diensten toegewenst.