Advent 2005: ‘En we noemen hem…’

Het adventsproject van dit jaar krijgt het thema: “En we noemen hem…” Adventstijd en het kerstfeest staan in het teken van de geboorte van Jezus. Jezus kwam als een baby naar deze wereld. God heeft Zijn eigen Zoon geboren laten worden om mensen weer helemaal terug te brengen bij Hem.

In de Bijbel staan meer verhalen van geboortes van bijzondere kinderen. We hebben veelzeggende en veelbelovende geboorteverhalen opgezocht waarin al iets duidelijk wordt van de komende Messias. Zo zijn we elke adventszondag als het ware in verwachting van de geboorte van een kind. Elke zondag krijgt het geboren kind een naam.

1e advent: de geboorte van Seth

Schriftlezing: Genesis 4 : 25-26

In het begin schept God de hemel en de aarde. Daarna gebruikt God zes dagen om de aarde mooi te maken. Hij maakt licht, planten en bomen, zon, maan en sterren, dieren en…mensen. Adam en Eva. Ze mogen wonen in de Hof van Eden. In de tuin staan veel bomen. Twee bomen zijn bijzonder. De ene heet “boom van kennis van goed en kwaad” en de andere boom heet: “boom van het leven”. God heeft gezegd dat ze niet mogen eten van de “boom van kennis van goed en kwaad”. Op een dag eten Eva en Adam er wel van omdat ze hebben geluisterd naar de vijand van God, de Satan. Ze voelen zich daarna ongelukkig. God straft hen. Ze mogen niet meer in de Hof van Eden wonen. Adam moet voortaan hard werken voor zijn eten en Eva zal pijn hebben als ze kinderen krijgt. En tegen Satan zegt God: “je zult altijd proberen om mensen ongelukkig te maken. Maar op een keer zal een bijzondere Nakomeling van Eva jou overwinnen, voorgoed!”

Adam en Eva krijgen een zoon Kaïn en daarna nog een zoon Abel. Als de jongens groter zijn, brengen ze allebei een offer aan God om Hem te bedanken. God ziet dat Abel het echt meent en Kaïn niet. God laat het aan Abel merken dat Hij blij is met zijn offer. Kaïn wordt jaloers, krijgt ruzie en slaat zijn broer dood! Verschrikkelijk! God is verdrietig en boos. Kaïn gaat weg. Nu zijn Adam en Eva hun beide zoons kwijt. Ze voelen het verschil tussen “goed en kwaad”. Gelukkig krijgen ze weer een zoon: Seth. Dat betekent: God heeft een andere zoon gegeven.

Heel veel later heeft God nog een andere Zoon gegeven: Jezus. Dat is de Nakomeling van Eva die Satan voor altijd zal overwinnen.

2e advent: de geboorte van Izaäk

Schriftlezing: Genesis 21 : 1-7)

Abram woont met zijn vrouw Saraï in Ur (tegenwoordig Irak). God wil niet dat Abram in Ur blijft. God zegt: “reis naar het land dat Ik je zal geven. Jouw nakomelingen zal Ik gebruiken om de hele aarde te zegenen!”. Abram komt uiteindelijk in het beloofde land Kanaän. Nog steeds hebben ze geen kinderen. Saraï is inmiddels zo oud dat ze geen kinderen meer kan krijgen. Ze besluiten (zonder het aan God te vragen) dat Abram ook maar moet trouwen met Hagar, de slavin van Saraï. Saraï denkt dan: “als Hagar kinderen krijgt, dan zijn dat eigenlijk mijn kinderen, want Hagar is mijn slavin”. Hagar raakt zwanger en krijgt een zoon: Ismaël. Vanaf die tijd vinden Saraï en Hagar het moeilijk om goed met elkaar om te gaan. Dertien jaar later spreekt God weer tot Abram en zegt: “Je krijgt een nieuwe naam: Abraham. Omdat je vader van vele volken zult zijn. En Saraï heet voortaan Sara. Dat betekent: Prinses. Omdat zij veel koningen zal voortbrengen”. Abraham en Sara moeten er een beetje om lachen. Ze zijn immers al heel oud? Maar God zegt: “volgend jaar zal Sara een zoon baren en jullie moeten hem Izaäk noemen. Dat betekent: “gelach”. Het land Kanaän zal voor Izaäk en zijn nakomelingen zijn. Maar ook voor Ismaël zal Ik zorgen. De nakomelingen van Ismaël zullen ook tot een groot volk worden.” Zoals God het beloofd heeft, gebeurt het ook. Abraham is honderd jaar en Sara is negentig jaar als hun zoon Izaäk geboren wordt. Ismaël is dan dertien jaar oud.

Onder de nakomelingen van Abraham en Sara zijn inderdaad veel koningen. Ook de Grote Koning, de Here Jezus, is een nakomeling van hen.

3e advent: de geboorte van Simson

Schriftflezing: Richteren 13 : 1-25

Het volk Israël woont in het beloofde land Kanaän. Jozua, hun leider is gestorven. Jozua had gezegd dat ze zich moeten houden aan de regels van God. God had gezegd: “jullie zijn Mijn bijzondere volk; daarom moeten jullie niet trouwen met mensen die Mij niet kennen. Ook moeten jullie geen afgoden dienen, want Ik wil jullie God zijn.” Maar de Israëlieten luisteren niet. Dan laat God het toe dat vijanden het land aanvallen. Maar God helpt het volk ook weer. Hij geeft hun een leider die de vijanden kan verjagen. Zo’n leider wordt richter genoemd. Een bekende richter is Simson. Hij zal het volk bevrijden van de Filistijnen.

Simsons ouders, Manoah en zijn vrouw, zijn lang kinderloos geweest. Op een dag komt de Engel van de Here plotseling bij de vrouw van Manoah in het veld. Het is al apart als er een “gewone” engel komt, maar de Engel van de Here is heel bijzonder; dat is namelijk een verschijning van God zelf! Hij zegt: “u zult een zoon krijgen. Een bijzondere zoon, een “Nazireeër”. Een Nazireeër is iemand die God gebruikt voor een speciale taak en voor wie drie voorschriften gelden: geen wijn drinken, haren laten groeien en geen overledenen aanraken. (zie Numeri 6) . De vrouw van Manoah vertelt haar man van de indrukwekkende gebeurtenis. Manoah en zijn vrouw hebben nog zoveel vragen en ze bidden of de Engel van de Here nog een keer kan komen. God verhoort het gebed. Opnieuw komt de Engel, maar weer als de vrouw alleen is. Snel haalt ze Manoah erbij en samen horen ze opnieuw de boodschap. Manoah wil de Engel een maaltijd aanbieden, maar de Engel zegt: “breng maar een offer aan de Here.” En zo gebeurt het. Manoah bakt geitenvlees op een rots en dan gebeurt er weer iets bijzonders: de Engel gaat met de vlammen en de rook naar boven en verdwijnt! Manoah raakt in paniek en roept: “we hebben God gezien; nu moeten we sterven!” Maar zijn vrouw zegt: “Manoah, God wil ons niet doden. Hij heeft immers ons offer geaccepteerd en ons de belofte van een zoon gegeven? “. Er wordt inderdaad een zoon geboren: Simson. Dat betekent: “zon”. De zon gaat op over Manoah en zijn vrouw. De zon van bevrijding komt op over het land.

Heel veel later komt de Engel van de Here opnieuw naar de aarde; nu in de persoon van Jezus. Hij is gekomen om ons vrij te maken van zonde, eeuwig te laten leven en de zon van Gods liefde te laten stralen.

4e advent: de geboorte van Johannes

Schriftlezing: Lukas 1

In het land Israël zijn de Romeinen de baas geworden. Het is een sterk rijk met wrede leiders. Het land Israël heet nu Palestina. In de provincie Judea wonen Zacharias en Elisabeth.Ze zijn al oud en hebben geen kinderen gekregen. Zacharias is priester en op een dag is hij uitgekozen om dienst te doen in de tempel. Plotseling staat er een engel naast hem. Zacharias schrikt vreselijk, maar de engel zegt: “je hoeft niet te schrikken; ik heb een boodschap voor je: over ongeveer een jaar krijg je een zoon die je Johannes moet noemen. Hij zal een profeet van God zijn. Hij mag de mensen erop voorbereiden dat de langverwacht Koning eraan komt”. Zacharias kan het eigenlijk niet geloven. Ze zijn immers al oud? Hij vraagt om een teken. “Dit is je teken” zegt de engel een beetje boos “je zult niet meer kunnen spreken totdat het kind geboren is”. Buiten staan de mensen te wachten en als Zacharias eindelijk komt, merken ze dat hij niet kan spreken. Elisabeth raakt inderdaad zwanger en baart een zoon. Op de achtste dag krijgen Joodse baby’s hun naam. Buren en familieleden denken dat hij naar zijn vader genoemd wordt, maar Elisabeth zegt: “hij heet Johannes”. Dat betekent: “de Here is genadig”. De mensen kijken Zacharias vragend aan. Maar Zacharias schrijft ook: “Johannes is zijn naam”. Opeens kan Zacharias weer spreken! Hij dankt God voor alles. Hij zingt een lied met bijzondere woorden over de komst van Gods Zoon waardoor mensen gered kunnen worden door vergeving van hun zonden.

1e kerstdag: de geboorte van Jezus

Schriftlezing: Lukas 2

De Romeinse keizer Augustus wil weten hoeveel mensen er in zijn grote rijk wonen. Iedereen moet daarom naar de stad of het dorp gaan waar hun familie vroeger woonde. Jozef en Maria zijn nog familie van Koning David en moeten daarom naar Bethlehem. Nu wonen ze in Nazareth. Beiden hebben iets heel bijzonders meegemaakt. Bij Maria is de engel Gabriël gekomen die gezegd heeft dat ze zwanger zal worden uit de Heilige Geest van God. Haar zoon zal Gods Zoon zijn die ze Jezus moet noemen. Dat betekent: “de Here redt”. En Jozef heeft gedroomd over een engel die zei: “Maria is zwanger uit de Heilige Geest. Neem haar tot je vrouw en zorg goed voor haar en de Baby die je straks Jezus moet noemen.”

Binnenkort wordt Jezus geboren en nu moeten ze nog een reis maken. Dat komt niet zo goed uit!. Als ze moe in Bethlehem aankomen, is er geen plaats in een herberg. Maar de herbergier wijst hen wel een ander plekje: een soort leegstaande stal. Daar wordt ’s nachts Jezus geboren, de Zoon van God. Maria wikkelt Jezus in de doeken die ze meegenomen hebben en Jozef legt Hem in een kribbe, een voerbak.

God heeft Jezus geboren laten worden, de Nakomeling van Eva. Satan wilde dat er voorgoed een verwijdering zou zijn tussen God en mensen. Jezus is gekomen om God en mensen weer bij elkaar te brengen.

Creatieve verwerking:

Vóór in de kerkzaal staat een wieg met ernaast een tafeltje waarop een grote geboortekaart staat.

De geboortekaarten zijn gemaakt van grote stevige dubbelgevouwen vellen gekleurd papier (± A1 formaat), te koop bij een boekhandel. Op de voorkant kan bijv. een tekening gemaakt worden met de naam van het kind uit het verhaal.

Binnenin staat een tekst die door een kind uit de kerk kan worden voorgelezen.

1e advent:

Voorkant: Geboren Seth

Binnenkant: Heel blij laten wij u en jullie weten dat God ons opnieuw een zoon heeft gegeven. Wij noemen hem: Seth

Dat betekent: “God heeft ons een andere zoon gegeven”

Hartelijke groeten van Adam en Eva.

2e advent:

Voorkant: Geboren Izaäk

Binnenkant: God geeft ons veel vreugde in onze ouderdom door de geboorte van een zoon!

Wij noemen hem: Isaäk

Dat betekent: “hij lacht”

Hartelijke groeten van Abraham en Sara

3e advent:

Voorkant: Geboren Simson

Binnenkant: Wij zijn verbaasd en geven u en jullie met vreugde en dankbaarheid kennis van de geboorte van onze zoon!

Wij noemen hem: Simson.

Dat betekent: “zon”

Hartelijke groeten, ook namens mijn vrouw, van Manoach

4e advent:

Voorkant: Geboren Johannes

Binnenkant: Verwonderd en zeer verheugd laten wij u en jullie weten dat onze zoon geboren is.

Wij noemen hem: Johannes, zoals de engel Gabriël dat verteld heeft.

Dat betekent: “de Here is genadig”

Hartelijke groeten van Zacharias en Elisabeth.

1e kerstdag:

Voorkant: Geboren Jezus

Binnenkant: Ere zij God! Vannacht is in de stad van David de Redder geboren. Hij is de Messias!

Wij noemen hem: Jezus, zoals de engel Gabriël het heeft gezegd.

Dat betekent: “de Here redt”

Hartelijke groeten van Jozef en Maria.

Vrede voor u en jullie van God, Zijn Vader in de hemel.

Aan het begin van iedere dienst wordt er iedere week één kaars meer aangestoken en wordt er iedere week één couplet meer gezongen van het stapellied.

In de kindernevendiensten wordt elke zondag het verhaal verteld en een bijpassende tekening of eenvoudig werkje gemaakt. (toegespitst op leeftijdsniveau)

Adventslied 2005

Op de wijs van: “Zeg eens herder waar kom jij vandaan?”

Intro
’t Is adventstijd en ik zing steeds van:
kinderen geboren
in hun aards bestaan
en dat God laat horen:
“Ik zal met hen gaan!”
1e advent
Kind geboren in een duis’tre tijd
van verval in zonde,
jaloezie en moord;
God verzacht de wonden;
houdt zich aan Zijn Woord!
2e
Kind geboren, lang door God beloofd;
zoon van vele wensen,
baby van de lach;
vreugde voor twee mensen
op hun oude dag.
3e
Kind geboren in een bange tijd;
zoon door God gegeven,
midden in de strijd.
Krachtig wordt zijn leven
aan de Heer gewijd.
4e
Kind geboren, prijst de Naam van God!
Gabriël vertelde;
vader was verstomd!
Deze zoon zal melden
dat Gods Rijk gauw komt!
Kerstfeest
’t Is nu kerstfeest, eind’lijk zing ik van:
Zoon van God geboren
in mijn aards bestaan,
waardoor God laat horen:
“Ik wil met jou gaan!”