Advent 2013: “De Heer is mijn herder”

Adventsproject Ontmoetingskerk 2013

 

Thema:de Heer is mijn herder

 

Het adventsproject van dit jaar gaat over herders.

De herder is in de Bijbel een bekende figuur. Het beroep van herder is zwaar. Hij moet de kudde beschermen tegen dieven en roofdieren. Hij moet op zoek naar voedsel en water. Meestal gaat de herder vóór de kudde uit om de weg veilig te maken. Ondanks zijn goede zorg, merkt hij vaak dat schapen best dom zijn. Ze lopen soms weg en verdwalen. De herder weet dat ze dan ten dode opgeschreven zijn en gaat naar hen op zoek.

In het Oude Testament wordt God vaak de Herder van Israël genoemd. Israël heeft, net als een kudde schapen, leiding en bescherming nodig.

In het Nieuwe Testament wordt de Zoon van God, Jezus, ook Herder genoemd. Hij wil een goede Herder zijn voor alle mensen. ‘Volg Mij maar’, zegt Hij. ‘Soms moet je door een gevaarlijk diep dal, maar weet dan dat Ik bij je ben en je uiteindelijk breng in veilige groene weiden. Ik heb als goede Herder Mijn leven voor je gegeven. Wil jij Mijn schaapje zijn? Dat is het liefste wat Ik zou willen!’

In dit adventsproject gaat het over drie bekende herders uit het Oude Testament: David, Jakob en Mozes. En verder over het prachtige verhaal dat Jezus ons heeft verteld over de herder die op zoek gaat naar zijn verdwaalde schaap. In het kerstverhaal kom je de herders ook weer tegen. Zij horen zelfs als eerste het blijde nieuws dat Jezus de Redder is geboren!

 

1e advent:         de herder David speelt en zingt. (ook Heilig Avondmaal)

Schriftlezing:     1 Samuël 16 : 14 – 23

Psalm 23

 

In het veld bij Bethlehem loopt een jonge herder met zijn kudde schapen. Hij heet David en hij is de jongste zoon van Isaï. Hij heeft wel zeven broers boven zich. David is een knappe jongen die graag muziek maakt op zijn harp. Hij houdt veel van God en maakt prachtige liederen voor zijn Heer. Eén lied gaat bijvoorbeeld over een herder en zijn schapen. De herder heeft een slinger bij zich en een stok. Daarmee houdt hij wilde dieren op een afstand. Ook heeft de herder een staf waarmee hij een schaap wat de verkeerde kant uitloopt weleens een tikje geeft. David zingt: ‘De Heer is mijn Herder, dus heb ik alles wat ik nodig heb. Hij laat mij uitrusten in een wei met lekker groen gras. Zelfs als ik door een donker dal moet lopen, ben ik niet bang, want U bent dicht bij mij. Uw goedheid, liefde en trouw mag ik mijn hele leven ervaren en daarna mag ik voor eeuwig bij U wonen in Uw huis.’

David gaat zitten en denkt aan iets bijzonders. Een poos geleden heeft de profeet Samuël hem bij zich geroepen en hem tot koning gezalfd!. En dat terwijl koning Saul nog regeert!. Samuël heeft erbij gezegd dat niemand het mag weten. Het is nog een geheim. God heeft een nieuwe koning uitgekozen omdat Saul niet meer van Hem houdt. De geest van God gaat er nu voor zorgen dat David een goede koning wordt voor het volk Israël.

Even later wordt koning Saul ziek in zijn hoofd. Een boze geest maakt hem angstig en somber. Zijn dienaren stellen voor om David te laten komen omdat ze weten dat David mooi kan spelen en zingen. Zo gebeurt het dat David voor de koning gaat spelen. De koning wordt dan rustig en minder angstig.

Na de dood van Saul wordt de herder David koning. God zegt over hem: ‘hij is een man naar Mijn hart’.

 

Link naar advent:

Saul is geen goede koning. Hij is een slechte herder geweest voor het volk. David krijgt de opdracht om het volk van Israël op een goede manier te weiden. Maar ook David en later zijn zonen schieten vaak te kort in hun functie van ‘herder’. Jezus wordt ook wel ‘Davids Zoon’ genoemd. Jezus laat ons zien dat God als een Herder voor mensen wil zorgen. Jezus is de goede Herder.

 

2e advent:         de herder Jakob wordt bedrogen.

Schriftlezing:     Genesis 29 : 16 – 35

Genesis 49: 8 – 10

 

Jakob heeft zijn tweelingbroer Ezau bedrogen. Ezau is erg boos op hem. Vader Isaäk en moeder Rebekka raden Jakob aan om niet meer thuis te wonen, maar te gaan wonen bij de familie van Rebekka. Zo komt Jakob in Haran waar zijn oom Laban woont. Daar ontmoet hij de dochter van Laban, Rachel, een mooi meisje waar hij meteen verliefd op wordt. Laban stelt Jakob voor om bij hem te werken als herder. Dat vindt Jakob een goed plan en hij zegt: ‘ik wil zeven jaar gratis bij u werken om daarna te kunnen trouwen met Rachel.’

Na die zeven jaren wordt het bruiloftsfeest gevierd. Maar Jakob wordt bedrogen, want Laban brengt ’s avonds zijn oudste dochter Lea als bruid bij Jakob. Jakob merkt het pas de volgende ochtend en teleurgesteld roept hij: ‘Nu ben ik met Lea getrouwd terwijl ik van Rachel houd!’ In die tijd gebeurt het wel vaker dat één man meerdere vrouwen heeft. Laban zegt: ‘Volgende week krijg je Rachel ook als vrouw, maar daarvoor moet je opnieuw zeven jaren herder zijn voor mij.’ Lea heeft een dienstmeisje dat Zilpa heet en Rachel heeft een dienstmeisje dat Bilha heet. Deze vier vrouwen wonen allemaal in de tent van Jakob.

Dan breekt er een ingewikkelde tijd aan voor Jakob en zijn vrouwen. Lea is ongelukkig omdat ze weet dat Jakob van Rachel houdt en niet van haar. Maar ze krijgt wel kinderen, onder andere een zoon die Juda heet. Rachel is jaloers op Lea. Haar zus heeft al een aantal kinderen en zij nog niet één. Rachel blijft helaas de afgoden van haar vader Laban belangrijk vinden. Uiteindelijk krijgt Rachel toch een zoon die ze Jozef noemt. Daarna krijgt ze nog een zoon, maar ze sterft vlak na de bevalling.

 

Link naar advent:

Juda, de zoon van Jakob en Lea, is één van de voorvaderen van David en dus ook van Jezus (Mattheüs 1:1-17). Uit Juda is de stam van Juda voortgekomen die al door Jakob vergeleken wordt met een leeuw. In het laatste Bijbelboek wordt Jezus met de Leeuw uit de stam van Juda vergeleken. Het kleine, kwetsbare Kind is veranderd in een Leeuw die strijdt en overwint. (Openb. 5:5)

3e advent:         de herder Mozes hoort Gods Naam.

Schriftlezing:     Exodus 3 : 1 – 15

Johannes 10 : 11 – 15

 

De Israëlieten wonen niet in hun eigen land, maar in Egypte. Het is niet fijn om daar te wonen. De koning van Egypte, de Farao, laat hen heel hard werken. En soldaten slaan hen met zwepen als er niet hard genoeg gewerkt wordt. De Israëlieten vragen zich af of God wel weet hoe moeilijk ze het hebben! Ze roepen om hulp tot God!. En God gaat hen helpen. Hij zal Mozes naar hen toesturen om het volk uit het land Egypte te leiden naar een eigen land waar genoeg plaats is om te wonen.

Mozes weet nog niet dat hij deze taak krijgt. Vroeger is Mozes prins geweest aan het hof van Farao, maar door omstandigheden is hij nu schaapherder. Maar God vindt dat hij nu lang genoeg de schapen heeft geweid. Hij moet nu herder worden van zijn volk!

Mozes loopt met zijn schapen op de berg Horeb. Plotseling ziet hij een doornstruik in brand staan. Er zijn wel vlammen maar de struik verbrandt niet. Dan hoort Mozes een stem: ‘Mozes, dit is heilige grond. Ik, de God van je vader Abraham, Isaäk en Jakob, spreek tot je!. Ik heb gezien dat mijn volk lijdt in Egypte en jij moet nu naar de Farao toe gaan om hem te vertellen dat hij de Israëlieten moet vrijlaten.’ Mozes vindt het een zware taak, maar God zegt: ‘Ik zal bij je zijn. Let maar op, over een poosje zullen de Israëlieten Mij op deze berg aanbidden!’ Mozes blijft een beetje tegenstribbelen. Hij zegt tegen God: ‘Ze vragen vast naar Uw naam! Wat moet ik dan zeggen?’ Dan zegt God: ‘JHWH is Mijn Naam, dat betekent: ‘Ik zal er zijn’. Zo wil Ik voor altijd heten. Met die Naam mag iedereen Mij aanroepen.’

Later durven de Israëlieten de Naam van God niet meer uit te spreken en daarom is deze vervangen door Adonai wat ook vertaald wordt met Here.

 

Link naar advent:

Gods Naam (JHWH of HERE) heeft een bijzondere betekenis: ‘Ik ben die Ik ben’ of ‘Ik zal er altijd zijn’. De nadruk wordt gelegd op ‘er bij zijn’. De HERE wil bij mensen zijn, een relatie met hen aangaan. In Jezus is God heel dicht bij mensen gekomen. Door Jezus is redding mogelijk uit slavernij en is er uitzicht op het beloofde land. De vertaling ‘Ik ben die Ik ben’ doet denken aan de ‘Ik ben-uitspraken’ van Jezus. Eén van die uitspraken is: ‘Ik ben de goede herder.’

 

4e advent:         de herder en het verloren schaap

Schriftlezing:     Lukas 15 : 1 – 7

 

De Here Jezus heeft veel verhalen verteld. Die verhalen worden gelijkenissen genoemd. Het zijn verhalen die ergens op lijken en waar je wat van kunt leren.

Het verhaal van vandaag vertelt Jezus voor de Farizeeën, de godsdienstleraars. De Farizeeën vinden het heel raar dat Jezus juist veel omgaat met mensen die slechte dingen doen. Zoals met tollenaars. Dat zijn mensen die belastinggeld moeten vragen, maar dat doen ze vaak niet eerlijk. Ze vragen te veel geld en steken dat in hun eigen zak.

Jezus vertelt dan een verhaal over een herder die honderd schapen heeft. Regelmatig telt hij hen of ze er nog allemaal zijn. Opeens telt hij er maar negenennegentig! Waar zal het verloren schaap zijn? De herder gaat meteen op zoek en eindelijk vindt hij het schaap. Hij tilt het op zijn schouders en loopt blij naar huis. Thuisgekomen roept hij naar zijn vrienden en buren: ‘Luister, mijn schaap was verdwaald en ik heb het teruggevonden! Zijn jullie ook niet blij?’

Jezus kijkt naar de Farizeeën en hij zegt: ‘Zo is er ook in de hemel meer blijdschap over één zondaar die bij God terugkomt dan over negenennegentig anderen die niet verdwaald waren.’

Jezus bedoelt eigenlijk: je moet het niet raar vinden dat Ik met mensen omga die slechte dingen doen. Je moet juist blij zijn als die mensen door Mij gaan stoppen met hun zonden. Dan komen ze weer bij God terug en viert de hemel feest!

 

Link naar advent:

In deze gelijkenis komt helemaal tot uitdrukking waar Jezus voor gekomen is: het redden van zondaren.

 

1e kerstdag:      herders horen een blijde boodschap!

Schriftlezing:     Lukas 2 : 1 – 20

 

Buiten het stadje Bethlehem, in het veld, zijn ’s nachts een aantal herders bij elkaar met hun schapen. Een paar herders houden de wacht, want er kunnen ook roofdieren komen. Terwijl ze zitten te praten bij een vuurtje, is er plotseling stralend licht om hen heen. In dat licht zien ze een engel! De engel zegt: ’wees niet bang! Ik heb jullie iets belangrijks te vertellen. Vannacht is de Heiland geboren, Christus, de Here, in Bethlehem, de stad van David. Hij ligt in een kribbe met doeken om zich heen’. En plotseling wordt het nog veel lichter! Heel veel engelen prijzen God en zingen: ‘Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde bij mensen die Hem liefhebben!’.

Opeens is het weer donker bij de herders. Ze zeggen tegen elkaar: ‘We gaan meteen naar Bethlehem om te zien of het waar is wat ons is verteld’. In Bethlehem vinden ze de stal waar Jozef, Maria en het Kind verblijven. Ze lopen meteen naar de kribbe waar de Baby in ligt. Verbaasd kijken Jozef en Maria naar de herders. Hoe weten ze dat hier een Kindje is geboren? Dan vertellen de herders over de engelen in het veld en over de boodschap die ze hebben gehoord. Maria en Jozef luisteren aandachtig. Maria is de enige die zeker weet dat het echt waar is wat de herders vertellen. Dat God echt Zijn Zoon naar de aarde heeft laten komen. Maria onthoudt alles goed van deze bijzondere nacht. De herders gaan terug naar de schapen en al lopend prijzen ze God om alles wat ze gehoord en gezien hebben.

 

Creatieve verwerking:

Aan het begin van de kerkdienst geeft de predikant de kindernevendienst (KND) ruimte om het adventsproject toe te lichten.

Vóór in de kerk staat een paspop, aangekleed als herder.

De leiding van de KND vraagt de kinderen uit de kerk naar voren te komen.

Op de beamer verschijnt een foto met een kudde schapen. Er komt ook iemand in herderskledij op met een voorwerp in zijn hand. Hij kijkt naar de geprojecteerde foto.

Er vindt vervolgens een kort vraag- en antwoordgesprek plaats tussen de leiding van de KND en de herder waarbij de kinderen interactief betrokken worden. Daarna bevestigt de herder het voorwerp op de ‘paspopherder’. Iedere zondag laat de herder iets achter bij de ‘paspopherder’.

 

1e advent:

De herder heeft een lier bij zich.

 

2e advent:

De herder heeft een rood hart bij zich

 

3e advent:

De herder heeft een struik met vlammen bij zich.

 

4e advent:

De herder heeft een knuffelschaap bij zich.

 

Kerst:

Er staat een kribbe bij de ‘paspopherder’. Alle herders van voorgaande zondagen staan eerbiedig en verwonderd om de kribbe heen.

 

De kinderen steken onder begeleiding de adventskaarsen aan, elke zondag één meer.

In de KND horen de kinderen het verhaal, wordt er gezongen en gebeden en maken ze een bijpassend werkje op hun niveau.

 

Stapellied:

 

Melodie:           traditioneel kerstlied (Nieuwe Liedboek 485)

                        ‘Zeg eens herder waar kom jij vandaan?’

Tekst:               Jozien Baars

 

Dit lied wordt in beurtzang gezongen.

 

1e advent:

Allen:                Luister mensen, het is weer Advent.

Luister naar de herders, naar hun blij verhaal.

Hoor wat dat betekent voor ons allemaal:

 

Vrouwen:          Zeg eens herder, wat zing jij voor lied?

Mannen:            Ik zing van de Here die mijn Herder is,

Die zelfs voor mij zorgt in diepe duisternis!

 

2e advent:

Vrouwen:          Zeg eens herder, wat kijk jij verliefd?

Mannen:            Rachel zet gewoon mijn hart in vuur en vlam.

Toch mag Lea moeder zijn van Juda’s stam.

 

3e advent:

Vrouwen:          Zeg eens herder, wat heb jij gezien?

Mannen:            Ik zie vreemde vlammen; kom ik dichterbij,

dan hoor ik Gods Naam: ‘Hij zal er zijn voor mij!’

 

4e advent:

Vrouwen:          Zeg eens herder, wat maakt jou zo blij?

Mannen:            Wel, ik draag mijn schaapje, afgedwaald van huis

Nu zijn alle honderd weer gelukkig thuis!

 

Kerstfeest:

Allen:                Kom maar herders, kom maar dichterbij…

Kijk maar naar het Kindje, kwetsbaar en heel klein.

Toch wil Hij jouw Redder en jouw Herder zijn!

DSC_6273-600DSC_6275-600