Advent 2018: ‘Waak over je hart’

Adventsproject 2018, PKN Ontmoetingskerk Capelle aan den IJssel.

Thema: ‘Waak over je hart!’

Dit adventsproject sluit aan bij het jaarthema van de gemeente: ‘Waak over je hart!…’

Over je hart waken? Dat klinkt best moeilijk.

De woorden komen uit de Bijbel, Spreuken 4:23, waar staat: ‘van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven.’

Je lichaam bestaat uit heel veel onderdelen, o.a. organen, botten, spieren. Een superbelangrijke spier is het hart. Het hart klopt je bloed door het lichaam. Aan je pols of in je hals kun je ‘klopjes’ voelen. Dat doet de hartspier. Het is een teken van leven.

In de Bijbel wordt vaak gesproken over het hart. Dan wordt vooral het binnenste van een mens bedoeld. Dus de plaats van waaruit je voelt, kent en van waaruit je besluit om dingen wel of niet te doen. Op die plaats ziet God en zien andere mensen wie je écht bent. Hoewel… voor andere mensen kun je die binnenkant ook nog wel verbergen. Soms ben je van binnen heel onzeker en doe je aan de buitenkant juist heel stoer. Mensen zien vaak niet verder dan je buitenkant, maar God kijkt altijd naar je binnenkant, naar je hart.

Maar hoe moet je nou over je hart waken? In je binnenste zitten mooie dingen, maar ook nare lelijke dingen. God zegt: ‘laat die mooie dingen maar aan de buitenkant zien! Daar word Ik blij van! En die nare lelijke dingen? Vertel die maar eerlijk aan Mij. Die wil Ik vergeven, weggooien.  En je leren om er betere dingen voor in de plaats te zetten. Zo kunnen we samen over je hart waken, er voor zorgen dat er geen plaats meer komt voor die nare lelijke dingen.’

Heeft God Zelf ook een hart? Jazeker, in het hart van God past maar één ding: Liefde! Die liefde van God is zó groot dat Hij een plan bedacht om de aarde met alle mensen erop te redden van de dood. Dat plan was de komst van de Here Jezus. Als je gelooft in Jezus, kijk je diep in het hart van God.

De komende weken gaan we nadenken over allerlei mensen die hun hart wel en niet goed hebben bewaakt. Dat doen we aan de hand van Jozef uit het Oude Testament en we merken dan dat het leven van Jozef heel veel lijkt op het leven van Jezus.

1e adventszondag, 02-12-2018:

Thema: Bewaak je hand voor wat je doet!

Op deze zondag wordt het Heilig Avondmaal gevierd

Schriftlezingen: Genesis 37

De komende zondagen gaan we een heel oud verhaal vertellen. En terwijl dat verhaal verteld wordt, moet je goed opletten wat er in het hart van mensen gebeurt.

Jakob is na een lange periode weer terug gekomen in het land Kanaän, wat later Israël gaat heten. Hij heeft nu drie vrouwen, twaalf zonen en één dochter. Jakob is rijk, maar hij kent ook verdriet om zijn overleden lievelingsvrouw Rachel en hij kent zorgen om zijn oudste zonen die bepaald geen lieverdjes zijn. Met zijn op één na jongste zoon Jozef heeft hij een speciale band. Jozef is de lievelingszoon van Jakob en dat merken de oudere broers van Jozef heel goed. Jozef mag veel meer en hij krijgt veel meer, terwijl hij jonger is dan zij! Boos en jaloers zijn de broers, zeker als Jozef op zijn 17e van zijn vader een prachtige kleurige mantel krijgt. Jozef vertelt ook nog dat hij gedroomd heeft over korenschoven. De schoven van zijn broers gingen buigen voor de schoof van Jozef. Later vertelt Jozef over nog een droom: ‘ik was een ster en de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mijn ster neer.’ Vader Jakob denkt er over na. Komen deze dromen van God? De broers willen er niet aan en zijn woedend. Als ze de kans krijgen, dan… Die kans komt. De broers trekken met de schapen weg. Jakob vraagt aan Jozef om hen op te zoeken. De broers zien hem aankomen met zijn mooie jas, voelen hun woede opkomen en willen hem vermoorden. Ruben wil niet dat hij gedood wordt en daarom wordt hij eerst in een leegstaande put gegooid. Later op die dag komen er handelaren langs. De broers verkopen Jozef! Zo zijn ze toch van hem af en hebben hem niet gedood.

Maar hoe moeten ze dit thuis vertellen? Ze bedenken een plan. De mooie jas van Jozef dompelen ze in geitenbloed en laten die aan hun vader zien. De arme Jakob denkt dat zijn lievelingszoon is opgegeten door een wild dier. Hij is enorm verdrietig. En Jozef? Mooie dromen als hij had: het helpt hem niet. Hij is nu een slaaf, op weg naar een vreemd land. Maar God heeft een plan met Jozef.

Om over na te denken:

In Jakobs hart was meer liefde voor Jozef dan voor zijn andere zoons. Hoe vind je dat?

In het hart van Jozef zit de gedachte dat hij méér is dan zijn broers. Hoe vind je dat?

In het hart van de broers is boosheid/haat en jaloersheid ontstaan. Hoe vind je dat?

Om niet de waarheid te vertellen, laten de broers leugens in hun hart toe. Hoe vind je dat?

Link met advent:

In het leven van Jozef lijken heel veel dingen op het leven van Jezus. Let hier maar eens op:

Jozef is de geliefde zoon van Jakob. God zegt over Jezus: ‘dit is mijn geliefde Zoon.’

Jakob zendt zijn zoon Jozef naar de boze broers. God de Vader zendt zijn Zoon Jezus naar de aarde.  

Jozef wordt verkocht voor zilverstukken. Jezus wordt verraden voor zilverstukken.

Jakob denkt dat Jozef dood is. De discipelen zien dat Jezus dood is gegaan aan het kruis. Zowel Jozef als Jezus blijken later niet dood te zijn, maar te leven.

Daar denken we vandaag ook aan bij het Heilig Avondmaal.

2e adventszondag, 09-12-2018:

Thema: Bewaak je oog voor wat je ziet!

Schriftlezingen:                Genesis 39

Jozef is door zijn broers verkocht aan handelaren. Die nemen hem mee naar Egypte. De koopmannen brengen hem naar een plein waar slaven gekocht en verkocht kunnen worden. Potifar, een belangrijke dienaar van de Farao, de koning van Egypte, koopt hem en Jozef komt bij hem in huis wonen. Het gaat goed met Jozef. God zegent hem en zijn omgeving. Hij wordt een knappe en verstandige man. De vrouw van Potifar merkt dit ook en vraagt vaak met een verliefd stemmetje of Jozef bij haar in bed wil komen. Maar Jozef legt haar uit dat God dat niet wil. Zij is immers niet zíjn vrouw, maar de vrouw van Potifar. Op een dag, als Jozef alleen in huis is, probeert ze Jozef weer te verleiden. Ze pakt hem vast en zegt: ‘ik wil echt dat je bij me komt liggen!’ Jozef besluit snel om weg te rennen. Zijn jas blijft daarbij achter bij de vrouw. De vrouw van Potifar doet dan iets heel gemeens. Ze begint te gillen en zegt tegen de andere bedienden en later tegen haar man dat Jozef met haar naar bed wilde. Helaas gelooft Potifar haar. Wat is hij bóós op Jozef. Hij laat hem meteen in de gevangenis zetten.

Voor de tweede keer wordt Jozef gestraft terwijl hij onschuldig is. Is hij nu boos op iedereen of op God? Er staat niets over in de Bijbel. Wel staat er: ‘God is bij hem.’

Het hoofd van de gevangenis vindt Jozef een eerlijke en aardige jongen met oog voor de andere gevangenen. Jozef is blij dat hij belangrijk werk mag doen voor hem. En het hoofd van de gevangenis is blij dat hij zijn werk aan Jozef kan overlaten.

Om over na te denken:

In het hart van de vrouw van Potifar is ontrouw en bedrog gekomen. Hoe vind je dat?

Het hart van Jozef wordt op de proef gesteld. Hij kiest voor liefde voor God, moed, trouw en eerlijkheid. Hoe vind je dat?

Jozef laat niet toe dat er haat, zelfmedelijden of bitterheid in zijn hart ontstaat. Hoe vind je dat?

Link met advent:

Jozefs leven lijkt hier weer op het leven van Jezus. Let hier maar eens op:

Jozef wordt verleid door de vrouw van Potifar, maar doet niets verkeerd. Jezus wordt door de duivel op de proef gesteld, maar geeft niet toe aan de duivel.

Jozef wordt vals beschuldigd en zonder proces in de gevangenis gegooid. Jezus wordt ook vals beschuldigd en op een oneerlijke manier ter dood veroordeeld.

Jozefs lijden wordt straks de redding voor Israël . Zo is ook Jezus de Redder van de wereld.

3e adventszondag, 16-12-2018:

Thema: Bewaak je mond voor wat je zegt!

Schriftlezingen: Genesis 41:1-16; 25-40; 46-49 en 56-57

Farao, de koning van Egypte, droomt op een nacht. De dromen maken hem ongerust en daarom roept hij zijn geleerden bij hem. Hij vertelt hen zijn dromen: ‘ik stond aan de rivier de Nijl. Plotseling kwamen zeven vette, mooie koeien uit de rivier de oever op en begonnen van het malse gras te eten. Even later kwamen zeven magere, lelijke koeien uit de Nijl tevoorschijn. Zij gingen naast de vette koeien staan en… aten die op!! Toch bleven ze mager en lelijk als daarvoor.

Toen werd ik wakker, maar viel meteen weer in slaap en droomde weer: ik zag zeven mooie, dikke aren uit één halm komen. Naast deze mooie halm groeide een andere halm met zeven dunne aren. Deze dunne aren aten de dikke en volle aren op!!’ De Farao vraagt aan de geleerden om de dromen uit te leggen, maar hoe ze ook piekeren, ze blijven het vreemde en raadselachtige dromen vinden. Een bediende, de man die altijd de wijn inschenkt voor de Farao, denkt opeens aan Jozef in de gevangenis. Toen hij twee jaar geleden ook in die gevangenis zat, had Jozef zíjn droom uitgelegd en het was precies zo uitgekomen. Eigenlijk had deze schenker toen aan Jozef beloofd om met de Farao te spreken over de onschuld van Jozef, maar daar is niets van terecht gekomen. De schenker vertelt nu wel aan de Farao over Jozef. ‘Hem wil ik spreken!’ roept Farao en Jozef wordt gewassen en geschoren en krijgt nieuwe kleren. De Farao vraagt hem: ‘en… weet jij de oplossing van deze droom?’ ‘Nee, ik niet!’ zegt Jozef, ‘maar mijn God wil u deze droom uitleggen. Hij wil u waarschuwen. Er komen zeven jaren waarin er genoeg eten is voor iedereen. Daarna komen er zeven jaren van hongersnood. Daarom moet u een verstandige man zoeken die alles zo kan organiseren dat in die zeven jaren van voorspoed voldoende voedsel wordt opgespaard voor die slechte jaren.’ Farao denkt diep na en knikt dan naar Jozef. ‘U moet deze man zijn. De geest van God woont in u. U wordt onderkoning van Egypte.’ Jozef is dan dertig jaar oud. Hij gaat hard aan het werk en laat overal extra schuren bouwen waar het voedsel bewaard kan worden. De eerste zeven jaren groeit er enorm veel. Maar dan groeit er opeens niets meer. Jozef opent dan de voorraadschuren en zo heeft iedereen in Egypte toch graan om brood te bakken. Maar in de landen rondom Egypte groeit ook niets meer. En zij hebben geen voorraadschuren. Daarom komen de mensen uit andere landen helemaal naar Egypte om graan te kopen. Onderkoning Jozef is de baas over het verdelen van het graan.

Om over na te denken:

In het hart van de schenker is iets gebeurd: hij heeft iets beloofd en toch niet gedaan. Hoe vind je dat?

In het hart van Jozef woont veel liefde voor God en ook hoop, of hij nou gevangene is of onderkoning. Hoe vind je dat?

Link met advent:

Het leven van Jozef lijkt nog steeds op het leven van Jezus. Let hier maar eens op:

Jozef is 30 jaar als hij onderkoning wordt. Jezus is 30 jaar als hij begint met Zijn werk.

Jozef gaat door een moeilijke tijd (gevangenis) voordat hij verhoogd wordt als onderkoning. Jezus’ tijd op aarde is ook moeilijk (kruis) voordat Hij terug gaat naar de hemel.

Jozef wordt onderkoning. Jezus is Koning.

4e adventszondag, 23-12-2018:

Thema: Bewaak je voet voor waar je gaat!

Schriftlezingen: Genesis 42:1-25; Genesis 43:15-16 en 29-31; Genesis 44:14-18 en 32-34; Genesis 45:1-7

De hongersnood is ook in Kanaän waar Jakob met zijn gezin woont. Jakob stuurt tien van zijn zonen naar Egypte en zo komen ze in het paleis van onderkoning Jozef die nu Safenat Paneach heet. Jozef herkent zijn broers meteen, maar de broers herkennen Jozef niet. Jozef doet alsof hij hen niet kent. De broers buigen voor de onderkoning en Jozef moet denken aan zijn dromen. Jozef hoort hen in het Hebreeuws praten over spijt en berouw en besluit hen op de proef te stellen. Hij beveelt dat hun jongste broer Benjamin de volgende keer mee moet komen en dat Simeon nu in Egypte moet blijven terwijl de rest het graan naar Kanaän brengt. Zo gaan ze terug zonder Simeon.

Na een poosje is het graan weer bijna op. Jakob stuurt zijn zonen weer naar Egypte en geeft met veel zorg in zijn hart ook Benjamin mee. Juda, de broer die vroeger het plan bedacht om Jozef te verkopen, zegt nu dat hij extra zal opletten dat Benjamin weer terugkomt.

Zo buigen ze op een dag opnieuw voor Jozef. Als Jozef Benjamin ziet, loopt hij weg omdat hij moet huilen. Toch wil hij hen nog verder op de proef stellen. Als ze allemaal weer naar huis gaan, laat hij zijn eigen zilveren beker in de tas van Benjamin leggen. Zijn dienaren spelen het spel mee en zo wordt Benjamin beschuldigd van diefstal. Vol spanning wacht Jozef af wat de broers nu zullen doen.

Dan komt Juda naar voren en zegt: ‘ik verzoek u om mij gevangen te nemen in plaats van Benjamin.’ Juda maakt nu een heel andere keuze dan vroeger. Hij wil nu zijn eigen leven geven voor dat van zijn broer. Jozef weet genoeg. Zijn broers willen hun vader geen verdriet doen; ze zorgen voor Benjamin en ze zijn niet jaloers op hun jongste broer. Nu hij dit weet, wil hij zich bekendmaken. Hij stuurt zijn personeel weg en zegt huilend: ‘ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog?’ De broers schrikken enorm! Maar Jozef stelt hen gerust en vertelt hen dat God ervoor gezorgd heeft dat hij onderkoning van Egypte geworden is om hen te redden. Dan omarmt hij zijn broers.

Om over na te denken:

In het hart van Juda en de andere broers zat eerst haat en nu liefde. Hoe vind je dat?

In het hart van Jozef zit vergevingsgezindheid; in het hart van de broers zit angst. Hoe vind je dat?

Link met advent:

De geschiedenis van Jozef lijkt nog steeds op het leven van Jezus. Let hier maar eens op:

De broers herkennen Jozef eerst niet. De Joden in Israël geloven wel in God, maar (nog) niet in Jezus. Ze herkennen Jezus niet als hun Redder.

Jozef vergeeft zijn broers. Jezus wil ook onze schuld vergeven.

Jozef heeft veel mensen gered bij de hongersnood. Jezus wil alle mensen redden en het eeuwige leven geven.

Juda laat hier ook al iets zien van zijn verre nakomeling Jezus. Juda wilde plaatsvervanger zijn. Jezus is ook in onze plaats gestorven. Daardoor kunnen wij leven na de dood.

Kerstfeest, 25-12-2018:

Thema: Bewaak je oor voor wat je hoort!

Schriftlezingen: Mattheus 1:18-2; Lukas 2 : 1 – 20

Vandaag is het Kerstfeest! Dan denken we aan de geboorte van Jezus. Weer komen we iemand tegen met de naam Jozef. Maar nu is het wel 2000 jaar later dan in de tijd van Jozef de onderkoning van Egypte.

Op een dag krijgt de jonge vrouw Maria bezoek van een… ja wat zal het geweest zijn? Maria weet het meteen: dit is een engel, een boodschapper van God. Hij brengt de boodschap dat zij een Kindje zal krijgen. Gods Zoon! Nu Maria alles van de engel heeft gehoord, vraagt ze zich wel af hoe het zal gaan. Zij woont tenslotte in Nazareth en volgens de verhalen in de boeken van de profeten, zal de Messias in Bethlehem geboren worden. Ook vraagt ze zich af hoe Jozef, haar verloofde, deze boodschap zal verwerken. En de mensen in Nazareth…, want niet getrouwd zijn en tóch een kindje krijgen, dat vinden mensen een schande! Maar ze vertrouwt de Here God en gelooft dat Hij haar wel zal helpen .

Op een dag vertelt ze aan Jozef dat ze zwanger is. Niet door hém, maar door de Heilige Geest van God. Jozef is behoorlijk van slag en weet niet wat hij nu moet doen. Hij besluit om stiekem weg te gaan, vér weg. De mensen zullen dan boos op hém zijn en niet op Maria. Ja, dat zal hij doen! Morgen of overmorgen… ’s Nachts krijgt hij een droom. In de droom vertelt een engel hem dat Maria niets verkeerds heeft gedaan. Haar kindje is Gods Zoon. En Jozef moet nu niet weglopen, maar juist trouwen met Maria om haar bij alles te helpen. Ook mag hij straks de naam aan het kindje geven: Jezus. Dat betekent: Redder. Dit kindje zal de mensen weer terug brengen bij God.

Jozef doet wat de engel heeft gezegd en trouwt met Maria. Maar dan komt het bericht dat de keizer een volkstelling wil. Jozef en Maria moeten naar Bethlehem omdat ze bij de familie van de vroegere koning David horen. Maria neemt doeken mee voor de baby. In Bethlehem is eerst geen plaats voor hen, maar een herbergier krijgt medelijden en wijst hen een gebouwtje aan dat als stal voor de dieren wordt gebruikt. Daar wordt de baby geboren. Gods Zoon! Maar niemand weet het… Niemand? Even verderop schrikken herders zich naar! Er komt een blinkende engel in het donker van de nacht met de boodschap: ‘de Redder is geboren! Je zult een kindje vinden omwikkeld met doeken in een voederbak.’ En dan gaat de hemel open en is er een heel koor van engelen. ‘Eer aan God in de hoge en vrede op aarde’ klinkt het. De herders kunnen hun ogen en oren niet geloven. ‘Kom, we gaan dat kind zoeken’, zeggen ze. En ze vinden het, precies zoals de engel het hun gezegd heeft. Diep in hun hart voelen ze dat het waar is. De Redder van de wereld is geboren!

Creatieve uitwerking:

Aan het begin van de kerkdienst geeft de predikant de kindernevendienst (KND) ruimte om het adventsproject toe te lichten.

De leiding van de KND vraagt de kinderen uit de kerk naar voren te komen.

Op het podium zit dokter Roos met doktersjas en stethoscoop achter een tafel waarop een anatomische buste/skelet staat. Pietertje (jongen met petje) komt bij de dokter. De dokter gaat met een stethoscoop luisteren naar het hart van de patiënt. Via de geluidsinstallatie is op dat moment het geluid van een hartslag te horen.

Tekst toneelstukjes:

1e Advent Bewaak je hand voor wat je doet

Thema: jaloezie – Jozef en zijn broers

Attributen: doktersjas, stethoscoop, petje, dokterstafel, hart, skelet, groene schmink

Verteller:            Goedemorgen allemaal, mijn naam is … en ik geef leiding aan de kindernevendienst. Alle kinderen van de kindernevendienst mogen naar voren komen!

                               Deze advent periode hebben we het over ons hart. In ons hart leven mooie, maar ook lelijke dingen. God wil graag dat we ons hart bewaken, maar hoe doe je dat nou precies? In de kindernevendienst gaan we luisteren hoe Jozef het deed. Hier in de kerk nemen we eerst nog even een kijkje in dokterspraktijk De Ontmoeting.

Dokter Roos:     Volgende patiënt!

Pieter(tje) (groen geschminkt): Goedemorgen dokter Roos.

Dokter Roos:     Goedemorgen Pieter(tje), dat is een tijd geleden. Hoe gaat het met je? Je ziet een beetje groen?

Pieter(tje):         Nou dokter, dat is nu precies mijn probleem.. Sinds afgelopen zaterdag zie ik hartstikke groen!

Dokter Roos:     Sinds afgelopen zaterdag? Wat is er dan gebeurd?

Pieter(tje):         Nou, op zich niet zoveel bijzonders.. Ach ja, mijn broer: u weet wel, Paul(tje). Hij kan hartstikke goed voetballen weet u, hij heeft afgelopen zaterdag weer vier doelpunten gemaakt. En mijn vader, ja mijn vader is natuurlijk hartstikke trots. Zo trots dat hij Paul(tje) een supercool nieuw voetbalshirt heeft gegeven. Zo’n hele toffe weet u wel met Ronaldo achterop.

Dokter Roos:     Zo, dat is wel heel cool zeg. En jij? Moest jij niet voetballen?

Pieter(tje):         Jawel, maar ik heb weer eens dik verloren. Ik zou willen dat ik ook zo goed was als Paul(tje).

Dokter Roos:     En sindsdien zie jij groen?

Pieter(tje):         Ja dokter Roos, ik hoop echt dat u het op kunt lossen want zo durf ik morgen natuurlijk niet naar school!

Dokter Roos:     Mag ik even luisteren Pieter(tje)? (geluid hartslag) Ik denk dat ik wel weet wat er aan de hand is, weten jullie het ook kinderen? Je bent jaloers!

Pieter(tje):         Jaloers? Ikke?

Dokter Roos:     Ja, op je broer Paul(tje), omdat hij zo goed kan voetballen, omdat je vader zo trots op hem is en op zijn mooie nieuwe voetbalshirt.

Pieter(tje):         Ai, ik geloof dat u gelijk hebt..

Dokter Roos:     Een jaloers hart, dat is niet fijn! Ik kan je hart helaas niet schoonmaken, dat kan alleen de Here God. Misschien kun je het Hem vragen als je bidt? En kom zo in de kindernevendienst even luisteren naar het verhaal van Jozef en zijn jaloerse broers, misschien heb je daar nog wat aan?

Pieter(tje):         Ok bedankt, daar kan ik wel wat mee. Dag dokter!

Verteller:            Nou, in de kindernevendienst gaan we meer horen over een jaloers hart als we luisteren naar het verhaal van Jozef en zijn broers.

2e Advent Bewaak je oog voor wat je ziet
Thema: (on)trouw, bedrog/liefde – Jozef en Potifar
Attributen: doktersjas, stethoscoop, petje, dokterstafel, hart, skelet

Verteller:            tekst: zie 1e Advent.

Dokter Roos:     Volgende patiënt!

Pieter(tje):         Goedemorgen dokter Roos.

Dokter Roos:     Goedemorgen Pieter(tje), ben je daar alweer? Gelukkig zie je niet meer zo groen! Maar je kijkt nog steeds niet erg vrolijk is het wel?

Pieter(tje):         Nog bedankt he dokter van vorige week, het groen was net op tijd weer weg. Maar u heeft gelijk, er is weer wat gebeurd…

Dokter Roos:     Ojee, vertel.

Pieter(tje):         Afgelopen woensdagmiddag was ik aan het spelen bij mijn vriend Peter(tje). Hij zit bij mij in de klas. En sindsdien voel ik me zo raar.

Dokter Roos:     Heb je wat verkeerds gegeten? Ben je gevallen met spelen?

Pieter(tje):         Nee, dat is het niet. We waren gewoon lekker buiten aan het spelen. Nou ja, tot Peter(tje) zei dat het cool was om naar de winkels te lopen. Dat mag eigenlijk niet van mijn moeder, maar nou ja. En toen gingen we even kijken bij al dat snoep in de snoepwinkel. En toen gingen we weer gauw naar huis.

Dokter Roos:     Pieter(tje)..?

Pieter(tje):         Nou ja vooruit, euhm Peter(tje) stopte een paar snoepjes in zijn mond. En hij gaf er mij ook twee.

Dokter Roos:     En? Heb jij ze ook opgegeten?

Pieter(tje):         Neuhhh, nou euh ja misschien een beetje wel ja..

Dokter Roos:     Mag ik even luisteren Pieter(tje)? (geluid hartslag) Precies wat ik dacht! Weten jullie het ook kinderen? Wat mankeert Pieter(tje)? Juist! Je bent oneerlijk geweest en dat voelt niet fijn in je hart.

Pieter(tje):         Ai, ik geloof dat u gelijk hebt..

Dokter Roos:     Een oneerlijk hart, dat voelt niet fijn! Ik kan je hart helaas niet schoonmaken, dat kan alleen de Here God. Misschien kun je het Hem vragen als je bidt. Ik denk trouwens dat het ook goed is als je het eerlijk aan je vader en moeder vertelt, dat lucht vast op. Ik hoorde dat er in de kindernevendienst vandaag weer een verhaal is over Jozef en een oneerlijke vrouw, misschien heb je daar nog iets aan?

Pieter(tje):         Oef, ok, dat moet dan maar. Bedankt weer dokter. Dag!

Verteller:            Nou, in de kindernevendienst gaan we meer horen over een oneerlijk hart als we luisteren naar het verhaal van Jozef en de vrouw van Potifar.

3e Advent Bewaak je mond voor wat je zegt

Thema: hart om te redden/hoop houden – Jozef en de schenker

Attributen: doktersjas, stethoscoop, petje, dokterstafel, hart, skelet, mobiele telefoon

Verteller:            tekst: zie 1e advent.

Dokter Roos:     Volgende patiënt!

Pieter(tje):         Goedemorgen dokter Roos

Dokter Roos:     Goedemorgen Pietertje, ben je daar nou weer? Hoe is het afgelopen met dat akkefietje van vorige week?

Pieter(tje):         Ah goed hoor dokter, u had gelijk: praten met mijn ouders en met God luchtte echt op.

Dokter Roos:     Nu lijk je wel een beetje zenuwachtig. is er iets aan de hand?

Pieter(tje):         Nou, mijn hart. Ik weet niet wat er nu weer aan de hand is, maar het klopt zo gek. Wacht, even op mijn telefoon kijken hoor. Oh jammer, nee weer niet gebeld.

Dokter Roos:     Verwacht je dat er iemand belt?

Pieter(tje):         Nou, nee.. Ik wacht eigenlijk op een berichtje van mijn nichtje Paulien(tje). Ze is een maand geleden verhuisd en nu woont ze heel ver weg op een supermooie boerderij met koeien enzo. Echt supertof. Ze heeft beloofd dat ik in de kerstvakantie bij haar mag komen logeren.

Dokter Roos:     Dat is leuk! Daar heb je vast al enorm veel zin in.

Pieter(tje):         Ja natuurlijk, alleen.. sinds ze verhuisd is heb ik niets meer van haar gehoord. Op Insta zag ik allemaal leuke foto’s van nieuwe vriendinnetjes en leuke dingen die ze doet. Ze zou me toch niet zijn vergeten? Nee, natuurlijk niet!

Dokter Roos:     Mag ik eens even luisteren naar je hart? (geluid: hartslag) Ik denk dat ik het weet! In jouw hart leeft hoop. Niks aan de hand hoor. Hoop is hartstikke mooi. Dat betekent dat je gelooft dat alles goed komt.

Pieter(tje):         Oh gelukkig! He wacht eens even: ja hoor, een berichtje van Paulien(tje). Ze is me niet vergeten, ik mag in de kerstvakantie niet 1, maar 2 nachtjes komen logeren. Joehoe!

Dokter Roos:     Nou, veel plezier hoor Pieter(tje). Als je nog een mooi verhaal wilt horen over Jozef? Vandaag gaat het in de kindernevendienst over dat de schenker Jozef niet vergat toen hij in de gevangenis zat. Lijkt me wel iets voor jou.

Pieter(tje):         Bedankt weer dokter. Dag!

Verteller:            Nou, in de kindernevendienst gaan we meer horen over een hoopvol hart als we luisteren naar het verhaal van Jozef en de schenker.

4e Advent Bewaak je voet voor waar je gaat

Thema: wraak/vergeving – Jozef en zijn terugkerende broers

Attributen: doktersjas, stethoscoop, petje, dokterstafel, hart, skelet

Verteller:            tekst: zie 1e advent

Dokter Roos:     Volgende patiënt!

Pieter(tje):         Dag dokter Roos

Dokter Roos:     Goedemorgen Pietertje, alhoewel goede morgen.. Waarom kijk je zo boos?

Pieter(tje):         Oh dokter, mijn hart gaat zo tekeer. U moet zo meteen echt even luisteren. Ik ben zo enorm kwaad!

Dokter Roos:     Oh jee, wat is er dan gebeurd?

Pieter(tje):         Nou, ik was afgelopen vrijdag aan het spelen op het schoolplein, u weet wel: pakkertje. Nu ben ik de snelste van de klas he, dat snapt u vast wel. En daarom kreeg Pascal mij telkens niet te pakken.

Dokter Roos:     Oei, dat vond hij vast niet zo leuk?

Pieter(tje):         Nee dat klopt. Toen hij mij bijna te pakken had en ik net weg kon glippen, stak hij expres zijn been uit en viel ik keihard op de grond. Ik had een blauwe plek, een bloedneus en mijn broek was gescheurd. En toen de juf kwam zei Pascal dat het per ongeluk ging en wilde hij zelfs geen sorry zeggen.

Dokter Roos:     Dat is niet aardig.

Pieter(tje):         Nee he, nou ik krijg hem wel hoor, maandag in de pauze. Dan ben ik de tikker en zal ik hem eens eventjes lekker hard laten struikelen. Weet hij ook eens hoe het voelt. Net goed.

Dokter Roos:     Ahum, nou nou Pieter(tje) kom maar eens even hier. Mag ik even naar je hart luisteren? (geluid: hartslag) Precies wat ik dacht.. Denken jullie het ook kinderen? Je hart wil wraak. Je vindt het oneerlijk wat er is gebeurd en je wil dat Pascal nu hetzelfde moet ondergaan. Klopt dat?

Pieter(tje):         Nou ja, eigenlijk wel ja.

Dokter Roos:     Pieter(tje), een hart vol wraak is niet schoon. Het is lelijk en je wordt er kwaad en verdrietig van. Heb je wel eens van vergeving gehoord?

Pieter(tje):         Euh..

Dokter Roos:     Vergeven is niet het gedrag van Pacal goedpraten, want je mag best tegen hem zeggen dat je het echt niet leuk vond en je pijn had. Vergeven betekent zoiets als loslaten. Dan kun je verder gaan zonder dat je hart er lelijk van wordt. Snap je dat?

Pieter(tje):         Nou, ik vind het nog wel moeilijk hoor. Is er vandaag weer zo’n verhaal over Jozef?

Dokter Roos:     Jazeker: het gaat dit keer weer over zijn broers. Ze zijn weer teruggekomen. Je hebt er vast wel wat aan!

Pieter(tje):         Bedankt hoor, dag! 

Verteller:            Nou, in de kindernevendienst gaan we meer horen over een vergevend hart als we luisteren naar het verhaal van Jozef en zijn broers.

Kerstfeest Bewaak je oor voor wat je hoort
Thema: blijdschap – geboorte van Jezus
Attributen: doktersjas, stethoscoop, petje, dokterstafel, hart, skelet

Verteller:            tekst: zie 1e advent

Dokter Roos:     Volgende patiënt!

Pieter(tje):         Goedemorgen dokter Roos, vrolijk kerstfeest!

Dokter Roos:     Goedemorgen Pietertje, wat ben jij enorm vrolijk!

Pieter(tje):         Oh dokter, mijn hart gaat zo tekeer. Het barst bijna uit elkaar!

Dokter Roos:     Hoe komt dat dan Pieter(tje)?

Pieter(tje):         U bent toch de dokter, misschien moet u even naar mijn hart luisteren?

Dokter Roos:     Kom maar hier dan. Mag ik even luisteren? (geluid: hartslag) Ja inderdaad: een hart vol blijdschap!

Pieter(tje):         We hebben thuis een kerstboom dokter, zo’n hele grote met lichtjes erin en ik mocht de piek erop zetten. En vanavond komen opa en oma eten en iedereen heeft mooie kleren aan en papa heeft allemaal lekkers gekookt en oom Jaap neemt altijd van die lekkere kerstklokjes mee en we doen altijd de hele avond spelletjes en..

Dokter Roos:     Maar Pieter(tje), weet je ook waarom het zo’n groot feest is?

Pieter(tje):         Ja natuurlijk, de Here Jezus is geboren! Dát vieren we vandaag en daarom zijn alle mensen zo enorm blij!

Dokter Roos:     Maar Pieter(tje), je weet het allemaal zo goed, waarom ben je dan hier op het spreekuur?

Pieter(tje):         Ik ben zo blij dat ik het wel van de daken kan schreeuwen, iedereen mag het horen. De mensen in de kerk, de kinderen hier vooraan en u natuurlijk ook! Jullie mogen allemaal net zo blij zijn als ik!

Dokter Roos:     Nou Pieter(tje), ik denk dat dat wel gaat lukken!

Pieter(tje):         Mooi zo, tot ziens dokter!

Dokter Roos:     Tot ziens Pieter(tje).

Verteller:            Nou, in de kindernevendienst gaan we meer horen over een hart vol blijdschap als we luisteren naar het verhaal van de geboorte van Jezus.

Na de creatieve verwerking worden de adventskaarsen aangestoken, elke zondag één kaars meer.

Daarna wordt het stapellied gezongen met pianobegeleiding.

In de kindernevendienst wordt elke keer gezongen, gebeden, een verhaal verteld en maken de kinderen een tekening of een werkje toegespitst op het verhaal en hun leeftijd.

Stapellied voor advent 2018:

Thema: Waak over je hart!

Melodie:              Bewaar je oog

Muziek:                 A. de Vogel        

Tekst:                   bewerkt door Jozien Baars

Liedbundel:        Hemelhoog, lied 371

Intro:   

Bewaak je hart, bewaak je hart voor God de Heer (2x)

Er is er Eén die op je let:

Jezus is de Heer die redt!

Bewaak je hart, bewaak je hart voor God de Heer.

1e advent:

Bewaak je hand, bewaak je hand voor wat je doet (2x)

Er is er Eén die op je let:

Jezus is de Heer die redt!

Bewaak je hand, bewaak je hand voor wat je doet.         

2e advent:

Bewaak je oog, bewaak je oog voor wat je ziet (2x)

Er is er Eén die op je let:

Jezus is de Heer die redt!

Bewaak je oog, bewaak je oog voor wat je ziet.

3e advent:          

Bewaak je mond, bewaak je mond voor wat je zegt (2x)

Er is er Eén die op je let:

Jezus is de Heer die redt!

Bewaak je mond, bewaak je mond voor wat je zegt.

4e advent:          

Bewaak je voet, bewaak je voet waarheen je gaat! (2x)

Er is er Eén die op je let:

Jezus is de Heer die redt!

Bewaak je voet, bewaak je voet waarheen je gaat!

Kerstfeest:

Bewaak je oor, bewaak je oor voor wat je hoort! (2x)

Er is er Eén die op je let:

Jezus is de Heer die redt!

Bewaak je oor, bewaak je oor voor wat je hoort!

Bij dit lied kunnen gebaren worden gemaakt tijdens het zingen:

Bij de twee tussenregels: met arm en wijsvinger recht omhoog wijzen.

Bewaak je hart:                handen kruislings over de borst

Bewaak je hand:              handen laten zien en klappen aan het eind van de zin.

Bewaak je oog:                  met hand naar oog wijzen; daarna hand boven de ogen houden en rondkijken.

Bewaak je mond:              met hand naar de mond wijzen; daarna met hand praatbeweging maken en ‘pep pep’ zeggen aan het eind van de zin.

Bewaak je voet:                met voeten marcheren/stampen

Bewaak je oor:                  hand achter een oor doen en luisterbeweging maken.